Voorbeeld

In een gezond systeem sta jij tussen je oudere broer en je jongere zusje in. Jullie ouders staan boven jullie.

Jullie overgrootouders staan boven jullie ouders.

Jullie kinderen staan onder jullie.


De taak van de ouders is duidelijk, ze geven aan hun kinderen. De taak van de kinderen is ook duidelijk,

zij ontvangen van hun ouders maar ook van hun grootouders.


Mocht er iets zijn gebeurd waardoor je naast je ouders bent komen te staan, (bemiddelaar). Dan gaat het systeem op zoek naar oplossingen.

In dit geval gaat je broer en of je zusje jou plek opvullen, want die is leeg, vaak gebeurt dit zonder dat ze het in de gaten hebben.


Jij staat naast je ouders. Je bent geen kind meer.


Je ouders geven jou niets meer want je bent 1 van hun.

Jij ontvangt niets meer want je bent je eigen ouder.

Jij voelt je niet fijn maar je bent loyaal naar je ouders.


Het systeem blijft zoeken naar oplossingen.



En jij voelt je niet op je plek.

Share by: